Wat is hoogbegaafdheid (en wat is het niet)?
- “Onze zoon is als hij uit school komt vreselijk druk en dwars. Nou las ik iets over hoogbegaafdheid en herkende wel veel van hem. Kan dit de oorzaak zijn van zijn problemen? Hoe moeten we hem begeleiden?”
- “Er is een leerling op onze school die wel heel snel door de stof heen gaat. Als we haar in dit tempo laten werken, is ze binnen een paar jaar door de leerstof van de basisschool heen! Wat moeten we doen?”
- “Mijn dochter verveelt zich zo op school, haar motivatie neemt steeds verder af. Wat is er aan de hand met haar en hoe kunnen we haar helpen weer gemotiveerd te raken?”
- “De ouders van een kind in mijn klas (groep 1) zeggen dat ze thuis al kan lezen en de mooiste tekeningen maakt. Maar ik zie daar niks van, ze doet heel gewoon met de rest mee. We willen graag een objectief beeld van haar ontwikkelingsniveau.”
Bovenstaande vragen zijn enkele voorbeelden waarmee wij dagelijks te maken krijgen. Wij onderzoeken, adviseren en begeleiden kinderen, waarbij het vermoeden bestaat dat er sprake is van een mogelijke ontwikkelingsvoorsprong.
Hoogbegaafdheid wordt vaak gelijkgesteld aan een hoge intelligentie, maar het omvat veel meer dan dat. Hoogbegaafde kinderen zijn in veel opzichten anders dan hun leeftijdsgenoten. Ze zijn niet beter of slechter, maar hun unieke denkprocessen, gevoeligheid en leerstijl vragen om een andere benadering. Deze kinderen hebben een omgeving nodig die hen begrijpt en waarin ze zich veilig en uitgedaagd voelen om hun potentieel volledig te benutten.
In onze praktijk staan we klaar om hoogbegaafde kinderen én hun omgeving te begeleiden. We bieden inzichten, ondersteuning en praktische oplossingen voor uitdagingen die vaak voorkomen bij hoogbegaafdheid, zoals onderpresteren, aanpassingsgedrag en het vinden van passend onderwijs.
Wat is hoogbegaafdheid?
Hoewel er geen eenduidige definitie is, zien wetenschappers intelligentie als een belangrijk fundament van hoogbegaafdheid. Maar naast een hoog IQ spelen ook persoonlijkheidskenmerken en omgevingsfactoren een cruciale rol. Modellen zoals die van Renzulli, Mönks, en Heller laten zien hoe intellectuele capaciteiten, creativiteit, motivatie en de invloed van gezin, school en vrienden bijdragen aan de ontwikkeling van hoogbegaafdheid.
Kenmerken van een hoogbegaafd kind
De volgende kenmerken komen veel voor bij hoogbegaafde kinderen:
- hoge intelligentie (IQ hoger dan 130)
- vroege ontwikkeling / ontwikkelingsvoorsprong
- uitblinken op meerdere gebieden
- gemakkelijk kunnen leren
- goed leggen van (causale) verbanden
- makkelijk kunnen analyseren van problemen
- maken van grote denksprongen
- voorkeur voor abstractie
- hoge mate van zelfstandigheid
- brede of juist specifieke interesse/hoge motivatie/veel energie
- creatief/origineel
- perfectionistisch
- apart gevoel voor humor
- hoge mate van concentratie
Een kind hoeft niet al deze kenmerken te hebben om hoogbegaafd genoemd te worden. En andersom geldt ook: als een kind één of meer van deze kenmerken heeft, hoeft het niet hoogbegaafd te zijn.
Om vast te stellen of een kind hoogbegaafd is, kunnen meerdere ingangen bekeken worden. Er kan gekeken worden naar: het IQ, de schoolprestaties, creatief gedrag en beoordelingen door de ouders en door de school. Het beste is natuurlijk om naar al deze aspecten te kijken.
De behoeften van hoogbegaafde kinderen
Hoogbegaafde kinderen hebben vaak specifieke behoeften die niet altijd binnen het reguliere schoolsysteem worden herkend. Ze hebben behoefte aan:
- Erkenning en acceptatie: Gezien en gewaardeerd worden zoals ze zijn.
- Intellectuele uitdaging: Leren op hun eigen niveau, met ruimte voor verdieping en verrijking.
- Autonomie: Zelf keuzes maken en leren op hun eigen manier.
- Sociale en emotionele ondersteuning: Begrip en begeleiding bij het opbouwen van een positief zelfbeeld en omgaan met uitdagingen.
- Contact met gelijkgestemden: Een omgeving waarin ze zich niet ‘anders’ hoeven voelen.
Een hoogbegaafd kind is in meerdere opzichten ‘anders’ dan het gemiddelde kind. Het is niet beter of slechter, maar zit wel anders in elkaar. En juist dat hebben deze kinderen vaak (onbewust) door. Tijdens het kringgesprek, of tijdens het buitenspelen of op de sportclub. Het kind past zich aan de heersende waarden en normen: het wil niet anders zijn. Een mogelijk gevolg hiervan is dat het hoogbegaafde kind beneden het eigen niveau van kunnen presteert, maar nog steeds op het gemiddelde niveau van een klas presteert (relatief onderpresteren).
Een leerling die hoogbegaafd is heeft vaak minder tijd nodig om de reguliere leerstof door te lopen. De tijd die vrijkomt, kan het beste ingevuld worden met verrijkings- en verdiepingsstof. Hoogbegaafd zijn betekent dus vaak een sterke behoefte aan uitdagend leermateriaal dat:
- een beroep doet op creativiteit
- open opdrachten
- hoog abstractieniveau
- hoge mate van complexiteit
- meerwaarde biedt ten opzichte van reguliere stof
- een onderzoekende houding stimuleert
- een beroep doet op zelfstandigheid
- een reflectieve houding uitlokt
- interactie uitlokt
Omdat een kind dat hoogbegaafd is sneller door de reguliere leerstof heen gaat, kan soms versnelling gewenst zijn (een klas overslaan). Dit zou nooit als enige maatregel genomen moeten worden, omdat de problemen daarmee niet opgelost worden. Het kind heeft een andere manier van leren en heeft daarom andere soorten leerstof nodig.
Hoogbegaafdheid en de diversiteit in ervaringen
Er bestaat een misvatting dat alle hoogbegaafde kinderen in hun leven op obstakels stuiten. Dit is echter niet waar. We kunnen hoogbegaafde kinderen grofweg in drie groepen verdelen:
- Een derde gaat moeiteloos en gelukkig door het leven.
- Een derde heeft af en toe ondersteuning nodig, bijvoorbeeld bij uitdagingen of veranderingen.
- Een derde ervaart serieuze moeilijkheden, soms pas op latere leeftijd, en raakt hierdoor vast.
Deze laatste groep is extra kwetsbaar. Hun gedrag kan namelijk overeenkomsten vertonen met kenmerken van ADHD (zoals druk of clownesk gedrag), ADD (aandachtstekort), of autisme (bijvoorbeeld teruggetrokkenheid of een sterke behoefte aan structuur). Dit gedrag wordt niet altijd meteen herkend als voortkomend uit hoogbegaafdheid. Het kan een indirecte uiting zijn van hoe het kind zich voelt of hoe het reageert op zijn omgeving, zonder direct verband te houden met de hoogbegaafdheid zelf.
Risico van een verkeerde diagnose
Wanneer de uitdagingen van een hoogbegaafd kind niet correct worden herkend, kan er sprake zijn van een misdiagnose. Zo krijgt een kind soms ten onrechte het label ADHD, ADD of autisme. Dit kan ingrijpende gevolgen hebben:
- Het kind krijgt niet de juiste begeleiding.
- Het welzijn van het kind, het gezin en de schoolomgeving wordt belast.
Hoewel een verkeerde diagnose in eerste instantie rust lijkt te brengen – vaak door de aandacht die het kind tijdelijk krijgt – komen de oorspronkelijke problemen meestal snel terug. Het gedrag dat leidde tot de misdiagnose, zoals clownesk optreden, moeite met veranderingen of problemen in sociale interacties, blijft zichtbaar en vraagt om een meer gerichte aanpak.
Signalen van ouders en uitdagingen in de omgeving
Ouders ondernemen vaak actie omdat zij merken dat hun kind ‘anders’ is. Dit kan vooral voor ouders van een eerste kind lastig zijn, omdat zij geen vergelijkingsmateriaal hebben. In hun zoektocht naar hulp stuiten ze soms op onbegrip in hun omgeving. De mentaliteit van “doe maar normaal, dan doe je gek genoeg” in Nederland kan ervoor zorgen dat ouders van hoogbegaafde kinderen verkeerd begrepen worden.
Vaak heerst er een verkeerd beeld, alsof deze ouders opscheppen over de prestaties van hun kind of het te veel onder druk zetten. Uit ervaring weten we dat dit beeld onterecht is. Het overgrote deel van de ouders zou juist liever zien dat hun kind geen last had van de bijkomende uitdagingen die anders-zijn met zich meebrengt. Hoogbegaafdheid is namelijk niet alleen een gave, maar ook een verantwoordelijkheid en soms een last.
Met de juiste diagnose en begeleiding kan het hoogbegaafde kind echter tot bloei komen en zichzelf ontwikkelen op een manier die bij hem of haar past.